Hoe benader ik (mijn eigen) meervoudige identiteiten?
Hoe benader ik (mijn eigen) meervoudige identiteiten?
In opdracht 1 wordt de notie van het virtuele klaslokaal als een strikt neutrale ruimte onder de loep genomen door het te introduceren als ingebed in meerdere, overlappende ‘contexten binnen contexten’ op micro-, meso-, macro- en metaniveau. In de situatieschets wordt vervolgens het begrip positionaliteit geïntroduceerd als een instrument om concreet aan te geven hoe je persoonlijke perspectief wordt gevormd door die gelaagde sociale, culturele en politieke contexten. In die zin omvat micro de virtuele klasomgeving, meso het institutionele niveau van het hoger onderwijs, macro het maatschappelijke landschap en meta de mondiale context.
Zodra je dieper in het complexe samenspel van die contexten duikt, wordt duidelijk dat de grenzen daartussen niet star zijn. Dit grijze gebied tussen de contextniveaus vertroebelt ons zicht op wat strikt in welke categorie past. In dezelfde geest compliceert dit inzicht de notie van objectiviteit door te laten zien hoe bepaalde dominante waarden, ideeën en perspectieven over die grenzen heen doorsijpelen van meta naar micro en omgekeerd. Met andere woorden: wat ‘buiten de virtuele klasomgeving’ gebeurt, heeft gevolgen voor de interacties in de klas.
Situatieschets 1 stelt je in staat de sociale, culturele en politieke contexten te verkennen die jouw identiteit en perspectief bepalen. Zoals je zult merken zijn onze identiteiten, net als die contexten, gelaagd en complex. Juist die kenmerken van complexiteit en gelaagdheid zorgen voor kenmerken die uniek zijn voor een context – maar ook voor personen. Begrijpen hoe die unieke kenmerken zich verhouden tot specifieke sociale, culturele en politieke contexten is lastig, maar in de context van inclusief (digitaal) onderwijs is het relevant om te begrijpen hoe die contexten – en de mensen daarin – mechanismen van uitsluiting kunnen (re)produceren.
Het begrip intersectionaliteit biedt een manier om te begrijpen hoe mensen te allen tijde meerdere onlosmakelijk met elkaar verbonden identiteiten met zich meedragen. Een persoon is bijvoorbeeld niet alleen zijn geslacht of etniciteit op enig moment, maar juist de combinatie van die identiteiten. Door dit inzicht maakt intersectionaliteit duidelijk dat mensen met bepaalde identiteiten meer kans hebben om bepaalde uitsluitingsmechanismen te ervaren. Omgekeerd kunnen sommige mensen in een bepaalde context privileges ervaren vanwege de sociale dynamieken. De uitsluitingen en privileges kunnen soms heel duidelijk zijn: een valide persoon die kan zien, heeft meestal gemakkelijker toegang tot online omgevingen, terwijl iemand met een visuele beperking afhankelijk wordt gemaakt van ontwerpers die wel of geen rekening houden met hun functiebeperking bij het opstellen van de inhoud, zoals alternatieve tekst. Op andere momenten kunnen bepaalde voordelen of uitsluitingen zich sluipend manifesteren: waar de ene leerling toegang heeft tot een thuisomgeving die bevorderlijk is voor online leren, kan een andere leerling te maken krijgen met belemmeringen zoals hun internetverbinding of het delen van een apparaat met hun broers en zussen.
Het begrip intersectionaliteit als contextafhankelijk illustreert ook de dynamiek en veranderlijkheid van de dynamiek. Dit gebeurt onder meer wanneer kenmerken die de kans op uitsluiting in de ene situatie vergroten, ook voordelen kunnen opleveren in een andere context. Een student met een zichtbare handicap kan bijvoorbeeld genieten van de anonimiteit van een online omgeving. Zo is de kans kleiner dat zij (verkeerd) worden beoordeeld vanwege hun functiebeperking. Maar als een leerling en hun behoeften niet zichtbaar zijn, is het heel moeilijk om rekening te houden met hun situatie. Wat de online klasomgeving uniek maakt, is dat deze geografisch gefragmenteerd is en elke persoon over verschillende contexten verspreidt. De vraag wat “buiten” of “binnen” de virtuele klas is en dus relevant voor de overweging van een leraar, wordt daardoor bijzonder ingewikkeld. Dit wordt geïllustreerd in het scenario van de volgende situatieschets dat draait om een zogenaamd hot moment: een emotioneel geladen moment van conflict of spanning dat “het lesgeven en leren dreigt te ontsporen” (Willner Brodksy et al., 2021).