Hoe ga ik om met wereldwijde transformaties?
Hoe ga ik om met wereldwijde transformaties?
Het grootste waarneembare niveau is de mondiale context, aangeduid als meta. Wij leven in een geglobaliseerde wereld die al op vele manieren verbonden is door reizen en telecommunicatie. Innovaties op die gebieden vergroten de verbondenheid, maar veranderen ook de manieren waarop wij verbonden zijn. Menselijke interventies en activiteiten breiden zich verder uit over nationale grenzen heen.
De manier waarop we het hoger onderwijs organiseren is drastisch veranderd door deze wereldwijde fenomenen: digitalisering, digitale transformatie. e-learning, multi- en sociale mediaplatforms, LMS’en en kunstmatige intelligentie, om er maar een paar te noemen. Bedenk hoe mensen en studenten over de hele wereld afhankelijk zijn geworden van deze nieuwe technologieën voor informatie, communicatie en leerdoeleinden. Deze wereldwijde fenomenen hebben een technisch, maar ook een sociaal aspect die onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Tijdens de COVID-19 pandemie werd het sociale aspect van onze verbondenheid heel duidelijk door de verspreiding van het virus. Maar ook het technische aspect kwam naar voren door de technologieën die onze communicatie mogelijk maakten. Er zijn nog andere voorbeelden van dit sociale aspect, zoals internationalisering en (interculturele) uitwisselingen, die het resultaat zijn van inspanningen om de banden tussen hoger onderwijsinstellingen in verschillende landen aan te halen.
Deze situatieschets zal je in staat stellen na te denken over hoe globalisering ongelijkheden heeft veranderd en daarom nieuwe benaderingen van gelijkheid, rechtvaardigheid en inclusie vereist. Alvorens te kijken naar concrete voorbeelden van dergelijke interacties, is het nuttig de meta-context en wat die precies inhoudt nader toe te lichten.
Vanuit het metaniveau of het mondiale perspectief kunnen wereldwijde trends in het hoger onderwijs worden waargenomen die (gedeeltelijk) vorm geven aan prioriteiten, beleid en curricula. Voorbeelden hiervan zijn internationale samenwerkingsverbanden zoals mobiliteitsprogramma’s en interuniversitaire cursussen, maar ook andere ontwikkelingen zoals technologische vooruitgang, migratie en wereldwijde sociale bewegingen. Dit laatste heeft een impuls gegeven aan een grotere prioriteit voor inspanningen op het gebied van diversiteit, gelijkheid en inclusie op verschillende niveaus. Veel regeringen en instellingen voor hoger onderwijs zijn bezig met een adequaat beleidsantwoord op deze bewegingen. Ook digitalisering heeft op vele manieren gevolgen voor de samenleving. Het heeft de communicatie en het sociale gedrag veranderd, informatie gedemocratiseerd en expressie en verspreiding vergemakkelijkt. Het vergroot op vele manieren de toegankelijkheid en de zeggenschap, terwijl het tegelijk op vele andere manieren de toegankelijkheid en de zeggenschap belemmert. Digitalisering in het algemeen is ook kritisch bekeken vanwege de manieren waarop via kunstmatige intelligentie ongelijkheden gereproduceerd of verergerd kunnen worden. Technologische innovaties hebben de manier waarop wij het hoger onderwijs organiseren veranderd. Zoals beschreven in ons Handboek over e-inclusion, heeft het gebruik van technologie in het onderwijs het potentieel om diversificatie en flexibiliteit te vergroten, maar stelt het tegelijkertijd uitdagingen op het gebied van veiligheid en saamhorigheid. Dergelijke innovaties hebben ons het vermogen geboden om ons aan te passen aan verschillende situaties en hebben het onderwijs voorzien van instrumenten om de onderwijservaring van studenten te verbeteren en hun uiteenlopende behoeften tegemoet te komen.